Robert Jacob Gordon – leven na de dood (2)

Zicht op Simonsbaai, Valsbaai 1777-1778 door R.J. Gordon

In de boeiende en op velerlei gebieden revolutionaire achttiende eeuw, is de in Doesburg geboren Robert Jacob Gordon een van de wetenschappelijke ontdekkingsreizigers in zuidelijk Afrika, die het beeld van en de kijk op de wereld voorgoed heeft veranderd. Verschillende wetenschappelijke disciplines waaronder biologie, antropologie en geografie, zijn schatplichtig aan hem. Nu Robert Jacob Gordon internationaal steeds meer en vaker prominent voor het voetlicht treedt, wordt zijn bekendheid ook bij het grote publiek in Nederland steeds groter.

Via Scribe Diem zal het leven en werk van Robert Jacob Gordon in verschillende stukjes naar voren worden gebracht. In de vorige blog is de situatie in aanloop naar zijn dood op 25 oktober 1795 geschetst, waarbij het Franse leger de Nederlandse Republiek binnenviel en bezette, stadhouder Willem V naar Engeland vluchtte en Fransgezinde patriotten de Bataafse Republiek uitriep. De Britse overheid besloot daarop een vloot uit te zenden om veiligheid van hun zeeroute naar India veilig te stellen. Na een diplomatiek en militair kat-en-muisspel, waarbij de Kaapse Politieke Raad de boot letterlijk afhield, was het Kaapse bestuur uiteindelijk op 16 september 1795 toch genoodzaakt kaapkolonie over te dragen aan de Britten.

In staat van beschuldiging

Na de overgave wordt Robert Jacob Gordon ‘beschouwd als verrader’, ‘veracht’ en mogelijk gemolesteerd door Kaapse tegenstanders. Toch bleef hij, ook ontheven van zijn functie, vanuit zijn woning Schoonder Sigt in contact met zijn collega’s uit de Politieke Raad en de Britse bevelhebbers Elphinstone en Craig. Nergens blijkt dat hij niet kon leven met de nieuwe situatie of zijn bijdragen hierin.

De motieven voortvloeiend uit wroeging of schaamte en interne verscheurdheid komen uit de koker van politieke tegenstanders en doen Robert Jacob Gordon schromelijk tekort. Het maakt de betrouwbaarheid en objectiviteit van deze ‘ooggetuigenverslagen’ twijfelachtig, die in dit geval beter kunnen worden gezien als propaganda van patriottische tegenstanders, voor wie een dergelijk scenario goed past in hun visie van een zich schamende en vol wroeging zittende verrader Gordon. Er is geen vergelijkingsmateriaal aan neutrale bronnen, en uit de beschikbare officiële documenten kan ook een andere waarheid worden afgelezen.

Kijkend naar de feitelijke omstandigheden is door Robert Jacob Gordon – en de andere leden van de Politeke Raad – inderdaad niet veel gedaan aan de verdediging van de Kaapkolonie. Gelijkertijd zijn de poorten geenszins opengezet voor de Britten. Of zoals gezant kapitein Hardy bij zijn eerste ontmoeting met Gordon in zijn verslag weergeeft:

upon seeing us [Gordon] showed us a Standard, saying there is the Orange standard for you, and afterwards said if we were come to protect the Cape in favour of the Prince of Orange he was very glad to see us. And we should meet with his hearty support, but if we came to take possession of it for England he would fight against us till his last breath, this he said without any previous conversation.

Het laatste stukje van het citaat wordt vaak niet meegenomen in de beoordeling van het handelen van Robert Jacob Gordon, terwijl het juist een goed beeld van zijn denkwijze en houding in de daaropvolgende maanden geeft. Gordon is fervent Orangist, maar ook zeer loyaal aan ‘zijn’ Republiek onder leiding van de stadhouder en stelt randvoorwaarden nog voor de daadwerkelijke onderhandelingen plaatsvinden. Hij herhaalt zijn woorden tijdens de vergadering, waar ze worden opgenomen in de resolutie van 14 juni, en maakt dit in een persoonlijke schriftelijke reactie aan admiraal Elpinstone ook expliciet duidelijk.

Het is de vraag in hoeverre Commissaris Sluysken en Gordon veel andere opties hadden. Natuurlijk had sneller en adequater militair opgetreden kunnen worden. Maar dan had men de Kaap na de komst van Britse versterkingen alsnog, en met grotere verliezen, moeten afstaan – dit alles in een revolutionaire sfeer waar burgeroorlog op de loer lag. Het overdragen van het gezag over de Kaapkolonie aan de Engelsen is het gevolg van de machtsverhoudingen en heeft veel bloedvergieten voorkomen.

Bij de beoordeling van het Kaapse bestuur moet de onzekerheid rond de werkelijke actuele stand van zaken in Nederland alleszins worden meegewogen. In februari 1795 hoorde men pas wat de situatie van oktober 1794 was, maar op dat moment was het stadhouderschap inmiddels afgeschaft en was de ene republiek vervangen door de andere. In juni volgde dan nieuwe informatie, ook nu over de situatie van enkele maanden daarvoor. Wat was de situatie en stemming in Nederland nu, in de zomer van 1795?

Daarnaast was de legitimiteit van de Bataafse Republiek ook onduidelijk. De Franse bezettingsmacht had de omwenteling immers mogelijk gemaakt. Maakt deze buitenlandse inmenging het afzetten van de erfstadhouder niet onrechtmatig? Als er al gesproken kan worden van ‘verraad’ aan de Kaap, dan kan dat ook worden gezegd van de situatie in Nederland. Het dilemma om te handelen, en hóe te handelen was verscheurend.

Weerleggen van aantijgingen

Nergens blijkt echter interne verscheurdheid, schaamte of wroeging bij Robert Jacob Gordon over zijn persoonlijke loyaliteit aan de naar Engeland gevluchte Prins van Oranje, en de noodzaak én zijn plicht als loyaal commandant in dienst van de VOC om (mede) te beslissen over de bestendigheid van de door de Fransen beheerste Bataafse Republiek. Zijn loyaliteit – en die van de andere VOC-officieren – aan de stadhouder staat buiten kijf, zij hadden allen persoonlijke trouw aan de prins gezworen, als hoofd van de VOC. Gordon had dit al eerder gedaan, toen hij in dienst trad van de Schotse Brigade (daar had hij tevens trouw dienen te zweren aan de koning van Groot-Brittannië).

Robert Jacob Gordon heeft, als commandant en onderdeel van het Kaapse bestuur onder leiding van Algemeen Commissaris Sluysken, alles gedaan wat binnen de mogelijkheden lag om de Kaapkolonie voor het vaderland en stadhouder Willem V te bewaren en uit handen van de Fransen te houden. Van vermeende vernedering door de Britten, is ook geen sprake. Weliswaar was na de Britse inname van de Kaap niet de Prinsenvlag, maar de Union Jack gehesen, uit correspondentie blijkt dat hij met de Britse leiding in contact bleef. Nog op 22 oktober, drie dagen voor zijn dood, voert Robert Jacob Gordon correspondentie met admiraal Elphinstone. Ook na zijn overlijden gaven de Britten blijk van gepast eerbetoon bij zijn uitvaart, en werd weduwe Gordon waar mogelijk ondersteund.

Het is bij de beoordeling van het Kaapse bestuur, en de rol van Gordon hierin, goed om te kijken naar ‘indirect bewijs’, zoals de reactie en conclusies van de verantwoordelijke instanties in de Republiek. Zij keurden het gevoerde beleid van de Kaapse Politieke Raad goed, nadat Commissaris Sluyskens zijn ‘Verbaal’ van de gebeurtenissen en het handelen in mei 1796 in Den Haag had ingeleverd.

Uiteindelijk is ook weinig gedaan met de beschuldigingen die door Kaapse Patriotten als Campagne, Neethling en Redelingshuys zijn geuit (informatief hierbij is het vervolg van de carrières van deze Kaapse patriotten: jarenlang gevangen in Engeland, op een zijspoor beland, niet verder gesteund door het patriottische bewind in Nederland). Nadat de oorlog tussen Groot-Brittannië en Frankrijk werd beëindigd met de Vrede van Amiens in 1802, werd tevens de teruggave van de Kaapkolonie aan de Republiek geregeld.

Soms bestaat historisch onderzoek niet alleen uit het kijken naar de inhoud van beschikbare bronnen (en wie heeft wat, wanneer, waarom geschreven), maar ook wat er niet staat. Bronnenkritiek is daarbij niet alleen bij historisch onderzoek van belang, dat blijkt iedere dag opnieuw. Nepnieuws is van alle tijden.

Wat heeft dan wel geleid tot de dood van Robert Jacob Gordon? Gerrit Schutte verwijst in zijn goede artikel ‘Vragen rondom het drama op Schoonder Sigt: Een nader onderzoek van de zelfmoord van Robert Jacob Gordon’ (Tydskrif vir Geesteswetenskappe 52.2, 2012) het beeld van de ‘verrader’ Gordon die uit wroeging en schaamte zelfmoord pleegt, overtuigend naar het rijk der fabelen. Hij komt gelijkertijd met een alternatief.

Bij meerdere bronnen wordt gesproken over de steeds verder achteruitgaande fysieke (en mogelijk geestelijke) gezondheid van Robert Jacob Gordon, begonnen sinds zijn laatste grote expeditie door de binnenlanden van de Kaapse kolonie in 1785-1786. In 1789 heeft hij noodgedwongen bijna een jaar lang zijn functie neergelegd. Ook daarna was hij niet vaak aanwezig bij vergaderingen van de Politieke Raad. Gordon was, na het intensieve en zware leven dat hij aan de Kaap had geleid, in elk geval lichamelijk op. Het heerlijk vileine anonieme pamflet tegen Robert Jacob Gordon, Apologie de Robert de Gordon, portretteert hem eveneens ‘zo mager als een skelet’.

Zelfdoding om een einde te maken aan de eigen aftakeling is zeker een mogelijkheid, maar ondanks dat precaire omstandigheden van zijn gezondheid weliswaar aannemelijker en logischer oorzaken voor zelfmoord vormen dan de argumenten van spijt, wroeging en verscheurdheid, zal ook hiervoor – of zelfs voor zelfdoding – waarschijnlijk nooit onomstotelijk bewijs gevonden worden.

Uit de as verrezen

Gordon is begraven op de inmiddels verdwenen militaire begraafplaats aan de rand van de stad, in de buurt van de huidige Somerset Road. De begrafenis was een privé-aangelegenheid, maar Gordon werd, zoals een adjudant van generaal Craig meldt, wel door bijna veertig Engelse officieren naar het graf begeleid.

In 1797 vertrok weduwe Gordon met haar vier zonen naar Europa en nam in enkele kisten de kaarten, tekeningen, journaals, brieven en andere manuscripten van haar man mee. Het Rijksmuseum Amsterdam en Brenthurst Library hebben deze erfenis van Robert Jacob Gordon nu online verenigd en een bijzondere eigen plek gegeven, waar iedereen zich kan verwonderen over het leven en werk van deze bijzondere en markante man die zichzelf liet verwonderen op zijn reizen en avonturen in zuidelijk Afrika.

Is de dood van Robert Jacob Gordon al intrigerend, spannend en omgeven door raadsels en misleiding, zijn leven smaakt ontegenzeglijk naar meer. Ga er goed voor zitten en proef lekker mee. Waan jezelf tijd- en ontdekkingsreiziger en ontdek de kaarten en tekeningen uit de Gordon-Atlas en zijn manuscripten vol reisjournaals, brieven, verslagen en aantekeningen op robertjacobgordon.nl. Met dank aan Theo Maas en HetHuisDoesburg, die de domeinnaam voor deze unieke website ter beschikking hebben gesteld.

Gordon bij de Khoisan Kraal van Kapiteins Gronjam en Doroep, 5 januari 1779

Verder staan geregeld verschillende activiteiten rondom de jeugdjaren van Robert Jacob Gordon in zijn geboorteplaats Doesburg (en het leven in dit vestingstadje) op het programma. Kijk voor meer informatie op gordonindoesburg.nl.

Bij voorkeur leidt de hernieuwde en – hopelijk blijvende – aandacht voor Robert Jacob Gordon ertoe dat de goede (wetenschappelijke) litatuur, die nu behoudens universiteitsbibliotheken, vaak moeilijk of zelfs niet meer bereikbaar is, worden herdrukt. Gelukkig is een deel van de (oude) literatuur: overzichtswerken, handboeken, artikelen en bronnen ook online terug te vinden. Via de volgende link is een overzicht te vinden van geraadpleegde en interessante literatuur bij deze (en komende) blogs.

Dit bericht is geplaatst in Historie, Robert Jacob Gordon met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *