Otto Derk Gordon – Soldaat en Democraat (1)

Otto Derk Gordon (1740-1820) stond in de onstuimige en revolutionaire patriottentijd landelijk bekend als een van de leiders van de Utrechtse democratische beweging en exercitiegenootschap Pro Patria et Libertate, Voor Vaderland en Vrijheid. Een kennismaking met deze voormalig officier uit de Schotse Brigade en patriottenleider in Utrecht.

Otto Derk Gordon als kolonel van Pro Patria et Libertate.

Otto Derk Gordon als kolonel van Pro Patria et Libertate. Rijksprentenkabinet RP-P-1908-4582

Onderwijs en Schotse Brigade

Otto Derk is als vierde zoon van Jacob Gordon en Johanna Maria Heijdenrijck geboren in de Gelderse vestingstad Doesburg. Hij werd op 19 juni 1740 gedoopt in het kerkje van het naburige dorpje Angerlo, waar familievriend en oudoom Adam Bernard Smits (1683-1749) predikant was.

Gezicht op Doesburg door Jan de Beijer (1752).

Grote- of Martinikerk, Arsenaal en de bebouwde Kloostertuin waar Otto Derk zijn jeugd doorbracht. Jan de Beijer, 1752

 

Terwijl zijn drie oudere broers in Doesburg op de plaatselijke Latijnse School werden onderwezen, heeft Otto Derk hier mogelijk alleen de laagste klassen doorlopen. Hij sprak namelijk weinig of geen Latijn, iets dat in de hogere klassen verplicht was, zelfs tijdens het spelen. Het is waarschijnlijk dat hij al vroeg onderwijs genoot op een zogenaamde Schotse School binnen de Schotse Brigade, waar zijn vader kolonel was van het naar hem genoemde Gordon Regiment. Het onderwijs vond plaats binnen het garnizoen of de stad waar hij op dat moment gelegerd was. In de jaren 1770, wanneer eenheden Schotten in Doesburg worden gestationeerd, zou er ook een dergelijke Schotse School in Doesburg komen.

Al sinds 1572 maakten Schotse huurtroepen deel uit van de strijdmacht die de jonge Republiek op de been bracht tegen de Spanjaarden. Tijdens de laatste jaren van de Tachtigjarige Oorlog was zo ook de overgrootvader van Otto Derk, Robbert ‘Robbrecht’ Gordon (ca. 1626-1679) in dienst van de Schotse Brigade vanuit Aberdeen naar de Nederlandse Republiek gekomen. Hier had hij zich nog tijdens de oorlog gevestigd in Schiedam en was er in het huwelijk getreden. Lees hier meer over de eerste generaties Gordon in Schiedam.

In de vroegmoderne tijd was het militaire beroep vaak een familieaangelegenheid. Zoons en neven van commandanten kregen op tien- of twaalfjarige leeftijd een aanstelling als cadet en nadat zij een aantal jaren als aspirant-officier ervaring hadden opgedaan, werden zij aangesteld tot vaandrig, de laagste officiersrang. De verschillende bataljons en compagnieën van de drie Schotse regimenten werden voornamelijk gestationeerd in de barrièresteden in de Zuidelijke Nederlanden (ruwweg het huidige België, Zeeuws Vlaanderen, Noord-Brabant en Limburg), ter bescherming van de zuidgrens van de Republiek. Ook aan de oostgrens van de Republiek werden eenheden in garnizoenssteden langs de rivieren gelegerd.

rang, eenheid en garnizoen van vader Jacob, Otto Derk en Robert Jacob Gordon.

Rang, eenheid en garnizoen van vader Jacob, Otto Derk en Robert Jacob Gordon.

Vader Jacob kreeg tijdens zijn carrière als officier nog kansen om zich te onderscheiden, zoals tegen de Fransen gedurende de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748) en het befaamde beleg van Bergen op Zoom in de zomermaanden van 1747. Voor Otto Derk en zijn jongere broer Robert Jacob Gordon was de situatie anders. Na 1748 stuurde de Nederlandse Republiek aan op neutraliteit. Het verval van de Republiek als land- en zeemacht is hier zowel in oorzaak als gevolg mee verbonden. De neutraliteitspolitiek vond weerslag in de dagelijkse praktijk van de Schotse Brigade. Er was voor de soldaten niet veel te doen. De dagboeken van John Gabriel Stedman (1744-1797) zijn wat dat betreft illustratief.

Dit zal ook een reden zijn waarom pas de vierde en vijfde zoon van Jacob Gordon in zijn voetsporen treden als officier binnen de Schotse Brigade. De oudere broers (en beide zussen) van Otto Derk zijn voorbestemd voor een leven in de publieke en bestuurlijke sfeer. Oudste broer Menso Gordon (1732-1783) werd advocaat aan de gerechtshoven in Den Haag. Adam Bernard Smits Gordon (1736-1810) was predikant te Lisse, tweemaal onderbroken voor een periode als vlootpredikant. Joan Gordon (1738-1801) was advocaat, bestuurder en burgemeester in onder meer Arnhem, Wageningen en Harderwijk. Zijn beide zussen Maria Robbertina Gordon (1733-1789) en Aletta Gerharda Andrea Gordon 1747-1816) huwden respectievelijk Doesburgse bestuurder en burgemeester Bernard Johan Rasch (1735-1816) en Johan Albert van der Spijk (1758-1826), advocaat in Den Haag en lid van de Tweede Nationale Vergadering in 1797-98. Alleen jongere broer Robert Jacob Gordon (1743-1795) groeide samen met Otto Derk op binnen de Schotse Brigade, voor hij als commandant in dienst van de VOC naar de Kaapkolonie vertrok.

stamboom gezin Jacob Gordon en Johanna Maria Heijdenrijck

Op 16 juni 1756, dus op of rond zijn zestiende verjaardag, schreef Otto Derk zich in als student Letteren aan Universiteit van Harderwijk, op dezelfde dag als ook zijn oudere broer Joan zich aan de Gelderse Academie inschrijft. Het is onduidelijk in hoeverre – en in welke mate – hij daadwerkelijk lessen gevolgd heeft. Otto Derk voltooide zijn studie in elk geval niet.

Twee jaar later, per 5 november 1758 werd Otto Derk vaandrig in het Derde Regiment van de Schotse Brigade, het Gordon Regiment van zijn vader. De benoeming tot luitenant volgde per 22 april 1763. Ruim tien jaar later bereikte hij op 11 april 1774 de rang van Kapitein, gelijktijdig met zijn jongere broer Robert Jacob. Demissie uit de Schotse Brigade volgde op eigen verzoek op 22 september 1777. Zijn vader, generaal Gordon, was anderhalf jaar daarvoor overleden en ook Robert Jacob Gordon had in 1776 de Brigade verlaten voor een nieuw en avontuurlijke carrière in dienst van de VOC. Lees hier meer over de Kaapse ambitie van Robert Jacob Gordon.

Huwelijk

Luitenant Otto Derk Gordon was op 10 oktober 1769 in het huwelijk getreden met Esther Maria d’Amour (1738-1802). Zij is de dochter van de Amsterdamse koopman Simon d’Amour en Magdalena Gordon. Deze Magdalena is de kleindochter van Jacobus Gordon, de oudere broer van Robbert Gordon, de grootvader van Otto Derk Gordon. Twee familietakken komen zo met dit huwelijk samen. De plechtigheid vond plaats in de Waalse kerk van Amsterdam. Eerder, op 21 september, waren de twee in Maastricht in ondertrouw gegaan. Hier lag Otto Derk op dat moment in garnizoen. Bij de ondertrouw werd hij geassisteerd door zijn vader Jacob Gordon. Ook Robert Jacob zal aanwezig zijn geweest, hij was op dat moment ook in Maastricht gestationeerd.

Ondertrouw Otto Derk Gordon en Esther Maria d'Amour

Ondertrouw Otto Derk Gordon en Esther Maria d’Amour. Gemeente Amsterdam Stadsarchief, DTB 615, p.271

Patriot in Utrecht

Al in 1777 was Otto Derk Gordon in Utrecht. Voor dat jaar wordt hij namelijk onder ‘De Heeren Canoniken van Sint Jan’ vermeld. Hij zal jarenlang kanunnik blijven in het kapittel van Sint Jan.

Otto Derk speelde een prominente rol tijdens de patriottentijd in de stad Utrecht en was hier actief betrokken bij het nieuw leven inblazen van de stedelijke schutterijen. Mede uit protest tegen de vele buitenlandse militairen in het Nederlandse leger, waarvan het stadhouderlijke bewind de Republiek afhankelijk had gemaakt, begonnen burgers zelf met bewapening. Otto Derk was kapitein-luitenant van de stadsschutterij “de Handvoetboog” uit een van de wijken van de stad, het Handvoetboogkwartier. Vanaf de Franse annexatie zal de wijk, tot de dag van vandaag, bekendstaan als Wijk C. Deze wijk, waar Otto Derk zelf ook woonde, is gelegen rondom de Jacobikerk in het noordwestelijke deel van het stadscentrum.

Montering van het Utrechtse Gordon genootschap

Montering van het Utrechtse Gordon genootschap (1784 anoniem). Rijksprentenkabinet RP-P-OB-85.770

Op 6 februari 1783 werd in de Domstad, onder de zinspreuk Pro Patria et Libertate, ‘voor Vaderland en Vrijheid’, het Genootschap van Wapenoefening opgericht. De militaire leiding van het paramilitaire genootschap lag bij kolonel Otto Derk Gordon. Het Utrechtse vrijkorps stond ook bekend als het Gordon Genootschap. Het ‘regiment’ werd, net als bij de Schotse Brigade genoemd naar de kolonel.

Otto Derk Gordon beijverde zich speciaal om de vele lokale wapengenootschappen landelijk te verenigen. In 1784 kwam in Utrecht op zijn initiatief voor het eerst een nationale vergadering van gewapende burgerkorpsen bijeen. Kolonel Gordon was de voorzitter van de eerste drie vergaderingen. In zijn openingswoord bij de eerste bijeenkomst benadrukte hij het belang van een burgerlijke unie als basis van de macht.

Onder grote landelijke en zelfs internationale belangstelling vonden maandelijkse exercities van Pro Patria et Libertate plaats in het Sterrenbos net buiten de stad. De parades en oefeningen werden met veel enthousiasme begroet en in verschillende kranten veelvuldig en uitgebreid besproken.

Oefening van het excercitiegenootschap Pro Patria et Libertate

Oefening van het excercitiegenootschap Pro Patria et Libertate op het grasveld van het Sterrebos te Utrecht. Centraal Museum Utrecht 2290

Componist

Al binnen de Schotse Brigade was men bekend met de ‘Weetenschap’ die Otto Derk Gordon had van ‘Musyk’. Het wordt uitdrukkelijk vermeld in de officierslijsten van het Gordon Regiment, de conduite lijsten. Voor Pro Patria et Libertate componeerde hij meerdere stukken marsmuziek die van teksten werden voorzien. De Utrechtse musicus, organist en beiaardier van de Dom, Frederik Nieuwenhuysen (1756-1841), zette sommige van deze stukken ‘voor het clavier’. Volgens hem hebben de marsen van Gordon “schoonheeden, en vuur in de compositie”.

De stukken van Gordon werden uitgegeven via boekverkopers en geadverteerd in de diverse kranten in de Repuliek. Van de “Eerste Marsch van het Utrechts Exercitie Genootschap, gecomponeerd door den Wel. Ed. Gestr. Heer O. D. Gordon, en door een kundige Pen met woorden verrykt” verschenen meerdere drukken die in meerdere steden werden uitgegeven.

Tweede Marsch van het Utrechts exercitie-Genootschap, gecomponeerd door Otto Derk Gordon.

Tweede Marsch van het Utrechts exercitie-Genootschap, gecomponeerd door Otto Derk Gordon. Rijksprentenkabinet RP-P-OB-85.494

In 1784 verscheen van de hand van Otto Derk een Tweede Marsch, die ‘vers van de pers’ via de kranten werd aangeboden: “Tweede Marsch van het Utrechts Exercitie-Genootschap, gecomponeerd door den Wel. Ed. Gestr. Heer O. D. Gordon, is heden van de Pers gekomen en word à 6 Stuivers uitgegeven in de Boekwinkel van de Wed. W. Mulder”.

Niet alleen de bladmuziek van Otto Derk Gordon, ook zijn portret werd landelijk geadverteerd en vond gretig aftrek in patriotse kringen. Het ‘pourtrait’ getekend door Cornelis van Cuylenburg, zelf lid van Pro Patria, en in koper gegraveerd door Reinier Vinkeles was in mei 1784 meerdere dagen te zien bij de Utrechtse uitgever en boekverkoper J. Lieftinck (eveneens een lid van het genootschap) en was later nog bij J. Weppelman in Amsterdam te zien. Geïnteresseerden konden vervolgens intekenen “by de Boekverkoopers in de Nederlandsche steden”.

portret Otto Derk Gordon

Otto Derk Gordon, door Reinier Vinkeles, naar Cornelis van Cuylenburgh, Rijksprentenkabinet RP-P-OB-62.615

De portretten van Otto Derk Gordon gaan, naast bijschriften, geregeld vergezeld van verzen:

Dit is het beeld van hem, die hart, en kunde, en vlijt
Aan de edele handeling der Burgerwaapnen wijd.
Werd ooit Civilis hier als Vrijheidssteun geprezen;
Die eedle Batavier is in GORDON verrezen.

Otto Derk Gordon was zelf ook onderwerp van verschillende composities, liedjes en verzen. Lang niet allen waren positief. Waar hij in patriotse kringen op het schild werd gehesen en bejubeld, daar verschenen vanuit Oranjegezinde hoek vele spotdichten en vileine stukken over “den heer Gordon die geen burger is” en “een Schotsch extract van huichelarij”. Ook twijfelden zijn tegenstanders aan de moed en militaire kunde van Gordon. Ik schreef eerder al over in Otto Derk Gordon – een bezongen en bespot patriot.

Democratische revolutie

Terug naar de Utrechtse politiek en de rol van Otto Derk Gordon. Pro Patria acteerde niet alleen als pressiegroep binnen de schutterijen, maar binnen de stedelijke samenleving als geheel. In korte tijd was het genootschap in staat massaal ondersteunde politieke eisen bij het stadsbestuur op tafel te leggen in de vorm van ondertekende rekesten en petities. Samenscholingen rond het stadhuis, georganiseerd en begeleid door Gordon en anderen werden een van de meest effectieve drukmiddelen van de Utrechtse patriotten. Otto Derk behoorde tot de delegatie die in mei 1784 een volledig uitgewerkt concept voor een nieuw regeringsreglement aan het stadsbestuur aanbood. Het stuk vormde de aanzet tot een politieke strijd die uiteindelijk in augustus 1786 eindigde toen de patriotten de macht grepen en de zogenaamde Neude Raad installeerde. Utrecht kreeg daarmee als eerste stad een bestuur dat was ingericht naar de opvattingen van de radicale patriotten. Otto Derk Gordon kreeg daarbij de verdediging van de stad toevertrouwd.

John Adams, de eerste Amerikaanse ambassadeur in Londen en Den Haag, en latere president, zag op 29 augustus 1786 samen met zijn echtgenote “uit eene bovenkamer van een der op de Neude staande Huizen” de eedsaflegging op het nieuwe Utrechtse reglement door de leden van Raad in handen van Otto Derk Gordon. John Adams schreef hierover aan Thomas Jefferson: “In no Instance, of ancient or modern History, have the People ever asserted more unequivocally their own inherent and unalienable sovereignty”.

De patriottische revolutie was geen lang leven gegund. Het stadhouderlijke regime ging met Pruisische hulp in de tegenaanval en bleek eigenlijk onverwacht in staat een succesvolle contrarevolutie uit te voeren. De stad Utrecht werd zonder slag of stoot overgegeven. Verschillende gewapende patriotten waaronder Otto Derk Gordon vertrokken daarop naar Amsterdam om de stad te verdedigen. Deze ‘Last Stand’ mislukte en in het najaar van 1787 had de Pruisische interventiemacht het stadhouderschap gered en hersteld.

De patriottenbeweging bleek niet in staat zich te bevrijden uit haar lokale kaders. De verschillende belangen en doelstellingen waren in de praktijk niet verenigbaar. Dé patriottenbeweging bestond eigenlijk niet, het is een verzamelbegrip voor een bont gezelschap van mensen met slechts een specifieke gemene deler: ‘Weg met prins Willem V van Oranje en het erfstadhouderschap’. Een deel van de patriottenbeweging bestond uit aristocraten en regenten die terug wilden naar een situatie zoals die in de stadhouderloze periodes had bestaan, waarbij zij het voor het zeggen hadden. Een andere groep wilde het roer radicaal omgooien en zette vol in op emancipatie van de burgerbevolking en een democratische invulling van het stads- en landbestuur. Tussen deze uitersten was een groep moderaten die corruptie en vriendjespolitiek wilden bestrijden en daarbij weliswaar meer democratische en religieuze hervormingen voorstonden, maar toch zeker niet voor het gepeupel en de man van de straat (om over vrouwen nog maar te zwijgen). Samenwerking was daardoor in de praktijk ver te zoeken: daar waar eigen belang leidend is, is een democratische en emancipatoire omwenteling nog ver weg.

Lees hier verder: Otto Derk Gordon – Soldaat en Democraat (2)

Dit bericht is geplaatst in Nieuws, Otto Derk Gordon met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *